Legendes moet je levend houden

The Enthusiast® spreekt Rick Salisbury, oprichter van het Legends Motorcycle Museum in Springville, Utah, over hoe zijn collectie is uitgegroeid tot iets heel bijzonders…

TEKST: JEREMY PICK

FOTO’S MET DANK AAN LEGENDS MOTORCYCLE MUSEUM

Ik ben aannemer en projectontwikkelaar in Utah, gespecialiseerd in starterswoningen. Ik hou van motoren, dus kocht ik zo’n 30 jaar geleden mijn eerste Harley®. Al snel raakte ik geïnteresseerd in vintage motoren, en daarmee was het hek van de dam. Ik kocht klassiekers met het idee dat als ik met pensioen ging, ik ze kon gaan restaureren. Maar in de loop van de tijd veranderde mijn kijk op vintage bikes. Ik wil ze niet meer restaureren, maar ze juist conserveren en tentoonstellen zoals ik ze gevonden heb.

Het museum begon bijna per ongeluk, omdat ik in eerste instantie gewoon een plek nodig had om de motoren te stallen. In 1989 kocht ik een bedrijfspand aan Main Street in Springville, Utah. Een ouderwetse winkel met een groot magazijn dat geweldig was om de motoren meer te zetten. Ik bouwde een werkplaats aan de zijkant zodat ik aan de machines kon werken, en daar begon het allemaal. De collectie groeide al snel uit het gebouw, dus kocht ik een 20.000 vierkante meter groot pand van een voormalige autodealer aan de Interstate 15, waarvan ik dacht dat het groot genoeg zou zijn. Niet dus. Sindsdien heb ik het pand al twee keer uitgebreid. Naast het museum zelf hebben we een complex met horeca en werkplaatsen en er komt nog veel meer bij!

Als jong jochie was ik al gek van motoren, maar op dat moment kon ik ze niet betalen. Zodra ik ze kon betalen, begon ik ze te kopen. Dat was voordat de prijzen voor vintage motorfietsen door het dak gingen. Ik denk dat de eerste antieke motorfiets die ik kocht een Harley-Davidson® JD uit 1917 was die me $11.000 kostte. Nu zou ik die machine niet verkopen voor minder dan $150.000.

De collectie is gespecialiseerd in antieke Amerikaanse motorfietsen, waarbij originaliteit en origineel patina voorop staan. We restaureren geen motoren, tenzij ze aankomen als stapel onderdelen in een kist en restaureren de enige manier is om er weer een motorfiets van te maken. Ik denk dat we maar twee gerestaureerde motoren in het museum hebben: een Knucklehead uit 1947 en een JD uit 1930, die beide als een berg onderdelen in dozen binnenkwamen.

Er staan nu waarschijnlijk zo’n 225 motoren in het museum, al ben ik na 180 gestopt met tellen! We hebben een mooie collectie Harley-Davidson Strap Tanks-modellen, waaronder een 1905 die origineel is, en een 1906/07 die volledig origineel is tot de banden aan toe. Waarschijnlijk is dat de beste motor in het museum. Ik kocht ‘m een jaar of zes, zeven geleden en het is een van de eerste originele Strap Tanks. We hebben ook een Strap Tank-model uit 1909, een 1910, een paar 1911’s, een ‘12, ‘13, ‘14, ‘15 en ‘16. Alle andere motorfietsen in het museum zijn Harley-Davidson of Pope, Indian, Excelsior, Henderson – alle grote Amerikaanse motormerken. Ik heb ook een behoorlijke choppercollectie opgebouwd met Knuckle, Pan, Shovel en Flathead Harley-Davidson-modellen uit de jaren ‘50 tot ‘70, waaronder vier van de originele Indian Larry-motoren.

Ik kijk naar alle motoren die langskomen, zolang ze maar van vóór 1920 zijn, allemaal origineel en compleet, en met originele lak. Ik ben op dit moment op zoek naar een aantal specifieke motoren, met name een paar Knuckleheads om de line-up van 1936 tot 1947 compleet te maken. We hebben al veel moois staan, behalve een 1938 en een 1942, dus daar ben ik naar op zoek.

Het museum zelf heeft een rustiek architectonisch design, met een echte vintage industriële look van binnen. Het is hartstikke leuk geworden. Ik heb ernaar gestreefd het zo te ontwerpen en te bouwen dat het er origineel uitziet, zoals een oude motorzaak. Ik werk graag met klassieke motorvignetten zodat het natuurlijk en authentiek aanvoelt. Ook bouw ik scenes op. We hebben een kampeerscène met een Knucklehead uit ’36 en ’37 met wat spoorbielzen, zand en stenen. Het voelt als een foto van deze twee motoren kamperend midden in de woestijn. Ook hebben we een oude schuur gebouwd met een stel hele oude motoren en roestige onderdelen: scènes waarin de motoren zich in hun natuurlijke omgeving bevinden. Ik denk dat het helpt mensen terug te brengen naar de context van hoe die machines werden gebruikt en hoe ze er destijds uitzagen.

Het museum staat nooit stil. We zijn het voortdurend aan het ontwikkelen en uitbreiden. Naast het museum zelf hebben we een ontbijt- en lunchplek, het Sidecar Cafe, dat zich uitstrekt tot in het museum, zodat je naast een verzameling vroege Knuckleheads je cheeseburger met spek kunt eten. We hebben ook een restaurantgedeelte, de Strap Tank-brouwerij en de Speakeasy Bar. Er is een tatoeëerder, een kapperszaak, een koffiebar en antiek- en cadeauwinkels, plus een onlangs geopende comedyclub. De Cargo Cinema, een op 1930 geïnspireerde bioscoop, gaat naar verwachting in september van dit jaar open. En in de nieuwe uitbreiding gaan we ook een paar oudere auto’s en zelfs vliegtuigen laten zien die passen bij de motorfietsen uit die periode.

Zo blijft het museum groeien en zich ontwikkelen. Het is open op afspraak, dus laat ons even weten wanneer je van plan bent langs te komen. Op dit moment hebben we geen vast personeel in het museum, hoewel we op zoek zijn naar een conservator die gepassioneerd is en kennis heeft van motoren.. We hebben al veel vaste klanten; het complex is behoorlijk druk en het is een geweldige ontmoetingsplaats voor H.O.G.®-leden en chapters. Uiteindelijk willen we een one-stop-bestemming zijn voor motorliefhebbers en iedereen die geïnteresseerd is in de Amerikaanse motorgeschiedenis, dus het hele complex wordt ontworpen met dat doel in gedachten.

www.legendsmotorco.com

---

Trefwoorden: