
Niet allemaal slecht
Van 1969 tot juni 1981 was Harley-Davidson® in handen van AMF. Er kwam niets goeds voort uit die periode. Of toch?

Voor sommigen was de AMF-periode een donkere tijd, waar Harley-Davidson® gelukkig uit is kunnen komen. Maar er zijn meerdere perspectieven op wat een complexe periode uit de geschiedenis van het merk bleek te zijn.
In 1965 werd H-D® een open nv. Honda en andere merken boden stevige concurrentie met betaalbare en betrouwbare motorfietsen en de Motor Company had kapitaal nodig om daar tegenop te kunnen. In 1968 maakten de leidinggevenden van H-D zich terecht zorgen over een vijandige overname door Bantor Punta, een multinational die bekendstond om zijn overname en liquidatie van firma’s. De andere kandidaat was American Machine and Foundry (AMF) uit White Plains, New York. Met een bod van 22 miljoen dollar op zak én de belofte van CEO Rodney Gott dat hij H-D op de weg zou houden, adviseerde president William H. Davidson de aandeelhouders dringend om de deal te accepteren. Op 8 januari 1969 werden de handtekeningen onder het akkoord gezet.
AMF bracht Harley-Davidson onder bij de afdeling hobbyproducten, samen met de lucratieve automatische pinsetters voor bowlingbanen, sportartikelen van het merk Voit en andere merken. Gott wilde het assortiment van AMF meer naar hobbyproducten en weg van industriële producten verschuiven. Maar AMF stuitte op een hoop problemen bij Harley- Davidson, zoals een opgeblazen inventaris, issues met de kwaliteit en soms een gebrek aan aandacht voor de wensen van de dealers. Dat leidde tot een statische basis van klanten die gewend waren om te kiezen voor H-D motorfietsen, die nooit leek te veranderen.
De eigen strategie van AMF bleek echter even ongelukkig. De kern van het nieuwe plan was het opvoeren van de productievolumes tot een tempo waar Harley-Davidson niet op voorbereid was. Erger nog was dat er geen vraag bij de klanten was naar meer aanbod. De relatie met de dealer verslechterde door het nieuwe beleid van AMF dat de dealers voor elke Sportster®, Super Glide® of Electra Glide® die ze bestelden ook een minder populair licht model moesten kopen.
Volgens AMF begreep Milwaukee niets van zakendoen; volgens Milwaukee had AMF geen verstand van motorfietsen. De verwijten en beschuldigingen vlogen heen en weer.
Maar AMF investeerde ook veel geld in de ontwikkeling van nieuwe producten, zoals een 1100 cc motorblok met bovenliggende nokkenas en Project Nova, een compleet nieuwe, watergekoelde V-4 motorfiets. Hoewel geen van beide producten op de markt kwam, leefden de onderdelen die voor Nova werden ontwikkeld voort in de populaire FXRT Sport Glide® van begin jaren tachtig. Heel belangrijk was dat Project Nova CNC machines en andere productiemethoden introduceerde, waardoor de kwaliteit van H-D verbeterde. Een onderdeel van het algemene productieplan uit de jaren zeventig was een nieuw V-Twin motorblok, dat werd geïntroduceerd in modeljaar 1984. Nu nog steeds wordt de Evolution® weleens omschreven als ‘het motorblok dat Harley-Davidson redde’.
De beschikbare budgetten voor de traditionele productlijn van H-D waren beperkter, maar dat leidde tot een nieuwe kijk op de wielen, de lak en andere sierelementen. Voorbeelden daarvan zijn de Low Rider® uit 1977 en de beroemde FX Super Glide uit 1971, die een Big Twin motorblok combineerde met een lichtere Sportster-achtige voorvork. Uit die tijd komt ook de FLT Tour Guide™ van 1980. Met zijn op het frame gemonteerde kuip en de eerste met rubber geïsoleerde motorblokophanging is dat model de voorloper van de Road Glide® modellen van vandaag.
In 1980 werd het gerucht verspreid dat AMF op zoek was naar de uitgang. Vaughn Beals, die bij H-D binnenkwam met AMF en tegen die tijd vicepresident was, lobbyde bij AMF om Harley-Davidson te verkopen aan hem en een team van investeerders. Beals en twaalf andere leden van het H-D management sloten op 16 juni 1981 de deal om H-D te kopen voor 75 miljoen dollar. Het moreel van de werknemers ging meteen omhoog. Een advertentie verkondigde triomfantelijk: “The Eagle Soars Alone”. Volgens de overeenkomst werd Harley-Davidson eigenaar van de fabriek in York, Pennsylvania. Zonder York had H-D nooit de productiewinsten van de jaren tachtig en negentig kunnen halen.
Maar niet alles liep op wieltjes in de jaren na de ‘buyback’. De markt van de motorfietsen sputterde, buitenlandse concurrenten kregen steeds meer toegang tot de VS en de recessie was op haar hoogtepunt.
Beals en de anderen rolden hun mouwen op en gingen aan het werk. De fabrieken werden gestroomlijnd en er werd een nieuwe motorfiets geïntroduceerd voor 1984, de Softail®. De nieuwe fabrieksgesponsorde motorclub Harley Owners Group® versterkte de band tussen dealers en klanten. Beals en zijn team vielen terug op de bedrijfsfilosofie van het luisteren naar motorrijders, de belangrijkste reden dat H-D al sinds 1903 op de markt was.
Begin en midden jaren tachtig kregen dealers en hun klanten het bericht dat Harley-Davidson terug was, beter dan ooit. En zonder de periode van AMF was het nu misschien niet meer dan een voetnoot in de geschiedenis geweest.
Trefwoorden:
Lees meer verhalen van de Harley Owners Group!
EVENEMENTEN KALENDER
Meer regionale evenementen worden binnenkort aangekondigd – houd deze plaats in de gaten!
Kroatische zonneschijn
De 31ste European H.O.G. Rally keerde onder een blauwe hemel terug in Medulin van 12 t/m 15 juni 2025.
Kijk ze shinen
Een flinke dosis creatieve fantasie werd losgelaten op talloze Harley-modellen, waarna de topinzendingen tentoongesteld werden langs de jachthaven.